Sanering
Het beleid van de overheid is er op gericht om het ontstaan van geluidhinder zoveel mogelijk te voorkomen, maar ook om geluidhindersituaties die al langer bestaan aan te pakken. Dit laatste staat bekend als de sanering verkeerslawaai.
Toen in de jaren 1980 de Wet geluidhinder van kracht werd, moest bij de bouw van nieuwe woningen en de aanleg van nieuwe wegen worden voldaan aan bepaalde geluidsnormen. Het doel daarvan is dat nieuwe ontwikkelingen niet leiden tot een toename van de geluidshinder. Voor situaties die op dat moment al een te hoge geluidbelasting ondervonden is in de Wet geluidhinder een saneringsplicht opgenomen. De sanering kan bestaan uit maatregelen aan de bron (bijvoorbeeld verkeersmaatregelen of een stiller wegdek), in de overdracht (schermen of wallen) of aan de woning (gevelisolatie).
Wie is verantwoordelijk?
Voor woningen die langs rijkswegen en rijksspoorwegen liggen zijn Rijkswaterstaat en Prorail verantwoordelijk. Voor woningen langs gemeentelijke en provinciale wegen ligt het initatief voor sanering bij gemeenten.
Financiering
Rijkswaterstaat en ProRail betalen de sanering langs rijksinfrastructuur. De financiering van de ‘lokale sanering’ vindt op twee manieren plaats. Gemeenten krijgen via het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV) een bijdrage voor de sanering van woningen op de A-lijst. Voor alle andere saneringswoningen kunnen gemeenten bij het Ministerie van IenM via de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai een projectsubsidie aanvragen.
Meer informatie
Dossier geluidsoverlast Ministerie IenW