Samenloop sanering en wijzigingen aan weg
Natuurlijk is het handig om met de geluidssanering aan te sluiten bij werkzaamheden aan de weg die toch al moeten plaatsvinden. Op die manier kunnen de geluidmaatregelen op elkaar worden afgestemd, waardoor de kosten kunnen worden beperkt. Bovendien ondervinden het verkeer en de omwonenden maar eenmaal overlast.
Soms kunnen gemeenten zelfs verplicht zijn om bij de wijziging van een weg ook saneringsmaatregelen te treffen voor nabijgelegen saneringsobjecten. Hiervan is sprake als er sprake is van een zogenaamde ‘reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder’. Voor de saneringssituaties moet dan een saneringsprogramma worden opgesteld. BSV stelt op basis van het saneringsprogramma de geluidbelasting na het treffen van de maatregelen én na het uitvoeren van de reconstructie vast.
Er is sprake van een reconstructie als ten gevolge van de wijziging van een bestaande weg de geluidsbelasting op een of meerdere woningen met minimaal 2 dB (afgerond) toeneemt, zonder het treffen van maatregelen. Uitzondering hierop is volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State* het treffen van een bronmaatregel (zoals een stiller wegdek of een snelheidsverlaging). Als deze onderdeel is van de fysieke wijziging van de weg mag namelijk met het effect van deze maatregel wel rekening worden gehouden. Als de bronmaatregel geen onderdeel uitmaakt van het plan zelf, mag deze maatregel niet betrokken worden bij het reconstructieonderzoek.
De wegbeheerder kan alleen een subsidie aanvragen voor maatregelen die nodig zijn om de sanering op te lossen. De maatregelen die nodig zijn om de toename van de geluidbelasting door de wijzigingen aan de weg te nemen, komen ten laste van de wegbeheerder zelf.
* Zie bijvoorbeeld de uitspraken van 14 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1563) en van
20 augustus 2008 (ECLI:NL:RVS:2008:BE8836).