Aanvragen voorbereidingssubsidie
Een voorbereidingssubsidie stelt u in staat een saneringsprogramma op te stellen. Met dat programma kunt u vervolgens een subsidie aanvragen om de saneringsmaatregelen uit te voeren.
Oorspronkelijk was 1 februari 2020 de laatste datum dat nog een nieuwe aanvraag voor een voorbereidingssubsidie kon worden ingediend. Deze termijn was aan de indiening verbonden met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Nu de Omgevingswet is uitgesteld en de voorwaarden voor het opstellen van de gemeentelijke BGE zijn gewijzigd, ontstaat er ruimte om de sanering op grond van de Wet geluidhinder nog voort te zetten.
Daarom is alsnog de mogelijkheid geschapen om nieuwe voorbereidingssubsidies aan te vragen. Gemeenten hebben tot 1 april 2023 de tijd om hun aanvraag in te dienen.
In hoofdlijnen bestaat een aanvraag om voorbereidingssubsidie uit een opgave van de saneringsobjecten (in het vervolg: woningen) waarvoor u een programma wilt opstellen. Per woning moet u enige gegevens aanleveren, waarvan de toekomstige geluidsbelasting zonder maatregelen de belangrijkste is. U hoeft in de aanvraag nog niet definitief aan te geven welke maatregelen u wilt treffen. De voorbereidingssubsidie is immers bedoeld om juist dat nader te onderzoeken. Het voor de aanvraag benodigde onderzoek kan dus vrij eenvoudig blijven.
Omdat u slechts tot 1 april de tijd heeft om een aanvraag in te dienen, is besloten dat dit jaar kan worden volstaan met een wat eenvoudiger aanvraag dan in de jaren voor 2021.
1. Indieningsdatum
Uw aanvraag moet vóór 1 april 2023 worden ingediend. Een na die datum ingediende aanvraag wordt niet in behandeling genomen. Als uw aanvraag niet compleet is, verzoeken wij u de aanvraag binnen drie weken aan te vullen.
Dit is de laatste datum dat u nog aanvragen voor voorbereidingssubsidie kunt indienen. Onder de Omgevingswet zal een nieuwe saneringsregeling van kracht worden, zodat de sanering onder de Wgh zal worden beëindigd. Aanvragen die onder de Wet geluidhinder zijn ingediend worden echter ook afgehandeld onder de Wet geluidhinder. Het voordeel van saneren onder de Wet geluidhinder is, dat woningen die nu nog voor subsidie in aanmerking komen, dat mogelijk niet meer komen onder de Omgevingswet.
2. Minimale omvang en samenhang
Formeel dient een aanvraag om voorbereidingssubsidie minimaal 25 saneringswoningen te bevatten. Deze regel is er om de uitvoering van de subsidieregeling kostenefficiënt te houden. Alleen wanneer uw saneringsvoorraad nog maar minder dan 25 te saneren woningen kent, mag u van deze regel afwijken.
In de praktijk blijken echter ook aanvragen van meer dan 25 woningen niet altijd te leiden tot een substantieel uitvoeringsproject. Het is daarom belangrijk dat u zo veel woningen in uw project opneemt, zodat het wat uitvoering betreft voldoende omvang heeft.
Bij voorkeur zien wij dat uw aanvraag alle in een bepaald gebied aanwezige saneringswoningen bevat. In voorkomende gevallen zult u meer gebieden in een aanvraag moeten samenvoegen om tot een voldoende grote aanvraag te komen.
3. A-lijstwoningen
U kunt ook subsidie aanvragen voor zogenaamde A-lijstwoningen als deze nog niet eerder zijn gesaneerd. Tot en met 2014 werd de sanering van de A-lijst bekostigd met middelen vanuit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Vanaf 2015 valt de sanering van A-lijstwoningen vanwege lokale wegen weer onder de Wet geluidhinder. Let u er wel op dat u geen A-lijstwoningen in de aanvraag opneemt die al met ISV-middelen zijn (of nog worden) gesaneerd.
4. Maatregelkeuze
In uw aanvraag hoeft u nog geen definitieve keuze te maken voor de maatregelen die u gaat treffen. Wel moet u aangeven welke maatregelen u overweegt, maar uw keuze speelt geen verdere rol bij de beoordeling van uw aanvraag. Pas wanneer u, met de verkregen voorbereidingssubsidie, een (concept) saneringsprogramma opstelt, maakt u een gemotiveerde maatregelkeuze en beoordeelt BSV deze keuze.
Overigens is het wel zo dat bij de beoordeling van de maatregelen de gebruikelijke voorkeursvolgorde (artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit geluidhinder) onverminderd van kracht blijft. Het blijft dus verplicht om in alle saneringssituaties in eerste instantie te onderzoeken of achtereenvolgens bronmaatregelen en afschermende maatregelen doelmatig en mogelijk zijn.
Omdat u bij de aanvraag om voorbereidingssubsidie dus nog geen maatregelkeuze hoeft te maken, is het ook niet nodig de geluidsbelasting na maatregelen te berekenen. Voor de aanvraag is een berekening van de geluidsbelasting voor het prognosejaar zonder maatregelen voldoende.
5. Controle van de status van woningen en woninglijst
We vragen u om de woningen die u in uw aanvraag opneemt, op een aantal punten te controleren.
a. Volledigheid
Zijn alle woningen in een bepaald gebied of langs een bepaalde weg of wegvak in de aanvraag opgenomen?
b. Zijn de woningen gemeld?
Voor sanering komen alleen die woningen in aanmerking die bij de minister zijn gemeld vanwege een lokale of provinciale weg. Woningen die niet zijn gemeld of woningen die uitsluitend een geluidsbelasting ondervinden vanwege een rijksweg of spoorweg, komen niet voor subsidie in aanmerking.
c. Wat is de status van de woning?
Ondanks dat een woning is gemeld, kan het zijn dat deze toch niet (langer) voor subsidie in aanmerking komt. Wij vragen u om in de aanvraag daarop per woning na te gaan of:
- de woning (of de maatgevende weg) niet na 1 januari 1982 is bestemd dan wel na 1 maart 1986 is gebouwd;
- de woning een geluidsgevoelige bestemming heeft;
- de woning niet is gelegen, of heeft gelegen, aan een 30 km/u weg, en;
- of de woning nog bestaat, c.q. niet is gesloopt.
Mocht het bovenstaande wel het geval zijn, dan moet u dat in uw aanvraag aangeven. Wij zullen dat dan vervolgens in ons woningbestand verwerken.
In het geval u de tijd ontbreekt de precieze status van gemelde saneringswoningen na te gaan, kunt u voor de aanvraag 2023 deze actie achterwege laten. Mocht tijdens het opstellen van het saneringsprogramma vervolgens blijken dat een gemelde saneringswoning geen geluidgevoelige bestemming meer heeft of dat deze is gesloopt, dan vervalt de verleende voorbereidingssubsidie voor deze woning.
6. Planning
In uw aanvraag moet u opnemen wat de planning van de werkzaamheden is. Wanneer verwacht u het conceptsaneringsprogramma gereed te hebben, wanneer plant u dat B&W het programma zal vaststellen en wanneer kunnen wij het programma met de aanvraag om uitvoeringskosten verwachten. We zullen in onze subsidieplanning zo goed als mogelijk met die planning rekening houden en anderzijds u ook aan de planning houden.
7. Bijlagen
De aanvraag moet minimaal bestaan uit de volgende stukken.
- Een ingevuld en ondertekend formulier VBT.
- Een woninglijst conform het format dat u hier kunt downloaden. Per woning moet u adresgegevens, kadastrale aanduiding, statusgegevens en de geluidsbelasting opgeven. Desgewenst kunt u de kadastrale gegevens en de statusgegevens achterwege laten.
- De onderbouwing van de in de woninglijst vermelde geluidsbelastingen. Belangrijk is dat u aangeeft waarop de geluidsbelastingen zijn gebaseerd. Idealiter is dat een een rapportage van het akoestisch onderzoek als bedoeld in artikel 110d, eerste lid, Wet geluidhinder. U kunt echter ook volstaan met een verwijzing naar een andere bron, bijvoorbeeld de geluidsbelastingskaart van de gemeente. De geluidbelasting mag globaal worden bepaald. Bijvoorbeeld één toetspunt per rij woningen of zelfs per straat. Ook mag de geluidbelasting uit een afbeelding met berekende geluidcontouren worden afgelezen*. Voor de bepaling van de geluidsbelasting moet wel een prognose van de verkeersgegevens worden gebruikt, maar dit hoeft niet precies een 10-jaar prognose te zijn. U hoeft eveneens geen nadere onderbouwing van de geluidsberekeningen aan te leveren.
- Kaarten als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit geluidhinder.
8. Subsidieverlening en vaststelling
Of uw aanvraag wordt gehonoreerd hangt mede af van het beschikbare subsidiebudget en de hoeveelheid aanvragen. De laatste jaren was er echter telkens voldoende budget om alle aanvragen te honoreren. Mochten er echter meer aanvragen dan budget zijn, dan worden de aanvragen geprioriteerd op geluidsbelasting. De aanvragen met de gemiddeld hoogste geluidsbelasting in het prognosejaar, zonder maatregelen, komen het eerst in aanmerking voor een subsidie. Daarbij tellen alleen de 25 hoogst belaste woningen uit de aanvraag mee. U kunt dus, zonder dat u uw kans op subsidie verkleint, woningen met relatief lagere geluidsbelastingen in uw aanvraag opnemen.
Bij honorering van uw aanvraag ontvangt u een voorschot van € 600,- (geluidsbelasting 56 dB of hoger) of € 150,- (geluidsbelasting lager dan 56 dB) per woning.
De verlening van de voorbereidingssubsidie wordt vastgesteld bij de verlening van de uitvoeringssubsidie voor de bron- of overdrachtsmaatregelen. Indien u na het treffen van deze maatregelen ook nog gevelmaatregelen moet onderzoeken, wordt de voorbereidingssubsidie pas vastgesteld bij de verlening van de uitvoeringssubsidie voor de gevelmaatregelen. De hoogte van de vaststelling wordt mede bepaald door de te treffen maatregelen. Dat wil zeggen dat voor bron- en afschermende maatregelen de subsidie wordt bepaald op 18% van de geraamde uitvoeringskosten. Voor gevelisolatie wordt de hoogte van de voorbereidingssubsidie gerelateerd aan de werkzaamheden die voor een bepaalde woning moeten worden uitgevoerd. Dat houdt bijvoorbeeld in dat voor een woning waarvan de bewoner/eigenaar geen prijs stelt op onderzoek, een lagere subsidie wordt toegekend dan voor een woning die wel wordt opgenomen en uitgevoerd. De subsidiebedragen zijn opgenomen in bijlage A, onderdeel 6, van de Subsidieregeling.
* Men berekent de geluidbelasting op rasterpunten op een representatieve hoogte, bijvoorbeeld 4,5 meter. Punten met gelijke geluidbelasting worden verbonden en de tussenliggende gebieden worden van een kleur voorzien. Bijvoorbeeld 40-50 groen, 51-55 geel en 56 en hoger oranje. De kleur voor de gevel van de betreffende woning is dan de geluidbelasting. Dit is in Geomilieu eenvoudig uit te voeren.