Utrecht Centraal – Leidsche Rijn
Saneringsplan
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu maakt bekend dat zij bij besluit van 15 maart 2017 (kenmerk: IenM/BSK-2017/43322), met toepassing van artikel 11.60, eerste lid, van de Wet milieubeheer het saneringsplan Utrecht Centraal – Leidsche Rijn heeft vastgesteld. Het besluit dient tevens om met toepassing van artikel 11.63, eerste lid, en artikel 11.28, eerste lid, van de Wet milieubeheer, de geluidproductieplafonds te verlagen op de referentiepunten, gelegen langs hetzelfde traject Ă©n enkele referentiepunten langs het traject Utrecht – Amsterdam. Op woensdag
22 maart 2017 is een bekendmaking van het definitieve besluit gepubliceerd in de Staatscourant en het lokale huis-aan-huisblad Stadsblad Utrecht.
Op woensdag 16 november 2016 is een bekendmaking van het ontwerpbesluit gepubliceerd in de Staatscourant en het lokale huis-aan-huisblad Stadsblad Utrecht. Een dag later is het ontwerpbesluit gedurende zes weken ter inzage gelegd. Over het ontwerpbesluit is Ă©Ă©n zienswijze ingediend. Deze zienswijze wordt beantwoord in de zienswijzennota, welke als bijlage bij het besluit is gevoegd. De ingediende zienswijze heeft niet geleid tot wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit.
Aanleiding
Het saneringsplan betreft saneringslocaties in Utrecht langs het spoortraject waarop het TracĂ©besluit spooruitbreiding Utrecht Centraal – Leidsche Rijn (hierna: TracĂ©besluit) betrekking heeft. Dit TracĂ©besluit betreft het uitbreiden van de spoorlijn naar vier sporen. Uit het akoestisch onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan het TracĂ©besluit is gebleken dat deze uitbreiding geheel binnen de geluidproductieplafonds kan plaatsvinden. Daarom zijn met het TracĂ©besluit geen geluidproductieplafonds gewijzigd en was er derhalve geen wettelijke noodzaak tot gekoppelde sanering.
Voor een kostenefficiënte uitvoering van de werkzaamheden en om de overlast naar de omgeving te beperken is wel besloten de sanering op het traject tegelijkertijd op te pakken met de uitvoering van de spooruitbreiding in het kader van het Tracébesluit. Hiertoe is het nodig om los van het Tracébesluit een (autonoom) saneringsplan vast te stellen. Hierop ziet het voorgenomen besluit.
Het saneringsplan bevat de maatregelen die in aanmerking zijn genomen om de geluidsbelasting vanwege de desbetreffende spoorwegen bij volledige benutting van de geluidproductieplafonds op de gevel van de saneringsobjecten zoveel mogelijk te beperken tot 65 dB. Het betreft het verkleinen van de geluidruimte op de geluidproductieplafonds met 1,5 dB en een viertal geluidsschermen, die worden omschreven in het besluit. De geluidproductieplafonds worden met het effect van deze maatregelen verlaagd met maximaal 11,9 dB.
Weergave ligging te wijzigen referentiepunten
Terinzagelegging Termijn verstreken
De beschikking met bijbehorende stukken ligt vanaf de dag na bekendmaking in de Staatscourant zes weken ter inzage bij het Bureau Sanering Verkeerslawaai (Steinhagenseweg 2d te Woerden) gedurende werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur. Mocht u van deze mogelijkheid gebruik willen maken dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met het Bureau Sanering Verkeerslawaai (0348 – 487 450).
Stukken
Tot het besluit behoort een opsomming van de maatregelen, een lijst met woningen die voor een onderzoek naar gevelmaatregelen in aanmerking komen en een lijst van de betrokken referentiepunten en de gewijzigde plafondwaarden. Het besluit, inclusief alle bijlagen en bijbehorende stukken kunt u ook hier downloaden:
Besluit d.d. 15 maart 2017 (inclusief bijlagen):
Ontwerpbesluit d.d. 15 november 2016 (inclusief bijlagen):
Saneringsplan ProRail d.d. 25 mei 2016:
- ProRail - verzoek vaststellen saneringsplan (16 juni 2016)
- ProRail - saneringsplan Utrecht Centraal - Leidsche Rijn (26 mei 2016)
- ProRail - akoestisch onderzoek
- ProRail - bijlagen bij akoestisch onderzoek
- ProRail - aanvulling op saneringsplan 6 oktober 2016
Beroep
Binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit kunnen belanghebbenden beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het beroepschrift zich richt;
- een opgave van redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;
- zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep zich richt.
Voor de behandeling van een beroepschrift wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift.
Voor meer informatie kunt u telefonisch contact opnemen met Bureau Sanering Verkeerslawaai:
0348 – 487- 450
Meer informatie over de (hoogte van) geluidproductieplafonds voor spoorwegen is hier te vinden: Geluidregister spoorwegen.